Vraag:
Is het opheffen van de handen tijdens elke dua geoorloofd?
Antwoord:
Dit is onder te verdelen in drie categorieën:
1) datgene waarin het opheffen van de handen is overgeleverd;
2) datgene waarin het opheffen van de handen niet is overgeleverd;
3) datgene waarover niets is overgeleverd.
Een voorbeeld van de eerste (categorie):
Wanneer de Khatieb (vrijdagspreker) de dua verricht van istisqaa’ (vragen om regen) of istis-haa (vragen om minder regen), dan heft hij zijn handen op en zo ook de volgers van dit gebed, vanwege datgene wat al Bukhari heeft overgeleverd middels de hadith van Anas moge Allaah tevreden over hem zijn over het verhaal van de bedoeïen die de profeet ﷺ vroegen om tijdens de Khutbah van vrijdag regen te vragen waarop de profeet ﷺ zijn handen ophief en dua verrichtte. Zo ook de mensen, zij hieven hun handen op met hem om de dua te verrichten.
De tweede (categorie):
Datgene wat is overgeleverd betreffend het niet opheffen (van de handen) tijdens de vrijdagspreek, de istisqaa en istis-haa uitgezonderd. Dus als de vrijdagspreker dua verricht voor de gelovige mannen en vrouwen of voor de overwinning voor de Mujahidien tijdens de vrijdagspreek dient hij zijn handen niet op te heffen en als hij dat wel doet dan wordt hij bekritiseerd.
In Sahih Muslim staat via ‘Umaarah ibn Ru’aybah dat hij Bishr ibn Marwan op de minbar zag terwijl hij zijn handen ophief, waarop hij zei:
“Moge Allaah deze twee handen misvormen. Ik heb de profeet van Allaah ﷺ gezien en hij deed niks meer behalve dan met zijn hand zo te doen en hij wees met zijn wijsvinger.” Sahih Muslim 874
Zo ook het opheffen van de handen tijdens het gebed zoals bij de dua tussen de twee soejoed en de dua na de laatste tashahud etc. Dit is ook een duidelijke kwestie.
De derde (categorie):
Datgene waarover het wel of niet opheffen van de handen niet is overgeleverd. De oorsprong (hierin) is het opheffen (van de handen) omdat het tot de etiquette van de dua behoort en van de redenen dat de dua verhoord zal worden.
De profeet ﷺ zei:
“Allaah is schaamtevol en vrijgevig. Hij schaamt zich ten aanzien van Zijn dienaar wanneer hij zijn handen naar Hem opheft om die leeg terug te sturen.” Tirmidhi 3556
Shaykh ibn Uthaymien, uitleg 40 nawawiyyah 182/183