‘Alle lof zij Allaah, de Heer der Werelden. De Erbarmer, de Meest Barmhartige. De Heerser op de Dag des Oordeels.’
Deze drie verzen bevatten drie zaken:
Alle lof zij Allaah, de Heer der Werelden.
Het eerste vers: bevat de liefde. Dit omdat Allaah een Begunstiger is, de begunstiger wordt geliefd naargelang zijn gunst, en liefde is te verdelen in vier soorten:
- Polytheïstische liefde: zij zijn degenen waar Allaah over gezegd heeft:
وَمِنَ النَّاسِ مَن يَتَّخِذُ مِن دُونِ اللَّهِ أَندَادًا يُحِبُّونَهُمْ كَحُبِّ اللَّهِ
‘En er zijn er onder de mensen die naast Allaah deelgenoten toekennen, die zij liefhebben met de liefde als die voor Allaah.‘
tot Zijn uitspraak:
وَمَا هُم بِخَارِجِينَ مِنَ النَّارِ
‘En zij zullen de Hel niet verlaten.’ 2: 165 -167
- De tweede soort liefde is:
Het liefhebben van de valsheid en zijn aanhangers, het haten van de waarheid en zijn aanhangers: en dit is een eigenschap van de hypocrieten.
- De derde soort liefde is:
Natuurlijke [liefde]: en dit is het liefhebben van geld en kinderen, als dit je niet weerhoudt van het gehoorzamen van Allaah en jou niet helpt in het verbodene van Allaah, dan is dit toegestaan.
- De vierde soort liefde is:
Het liefhebben van de aanhangers van het monotheïsme (Tawheed) en het haten van de aanhangers van het polytheïsme (shirk): en dit is het stevigste houvast van het geloof en het geweldigste waarmee de dienaar Allaah kan aanbidden.
De Erbarmer, de Meest Barmhartige. De Heerser op de Dag des Oordeels.
Het tweede vers: bevat de hoop. Het derde vers: bevat de angst.
U alleen aanbidden wij
Dit wil zeggen: ik aanbid U o Heer met hetgeen voorgegaan is, met deze drie:
- Door U lief te hebben.
- Door mijn hoop op U te vestigen.
- Door vrees voor U te hebben.
Deze drie zijn de pilaren van de aanbidding.
Het richten van deze aan iemand of iets anders dan Allaah is polytheïsme. In deze drie ligt de weerlegging op degene die zich enkel bij één van deze houdt. Zoals degene die zich enkel houdt aan het liefhebben of zich enkel houdt aan het hopen of zich enkel houdt aan het angst hebben alléén. Wie iets hiervan richt aan iemand of iets anders dan Allaah, hij is een polytheïst.
En van de profijten die het bevat: de weerlegging op de drie groeperingen waarbij elke groep zich enkel houdt aan één daarvan, zoals degene die Allaah aanbidt met enkel de liefde (de soefies). Hetzelfde geldt voor degene die Allaah aanbidt met enkel de hoop, zoals de murji-ah. Zo ook degene die Allaah aanbidt met enkel de angst, zoals de khawaarij.
U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.
Dit bevat tawheed al-uluuhiyah (de eenheid van aanbidding) en tawheed ar-rubuubiyah (de eenheid van heerschappij). ‘U alleen aanbidden wij’; dit is tawheed al-uluuhiyah, ‘en U alleen vragen wij om hulp’; dit is tawheed ar-rubuubiyah.
Leid ons op het rechte Pad.
is een weerlegging op de innoveerders.
Het Pad van degenen aan wie U gunsten hebt geschonken, niet van degenen op wie de toorn rust en niet dat van de dwalenden.
Wat betreft de laatste twee verzen; van de profijten die ze inhouden is het vermelden van de toestanden van de mensen. Allaah heeft ze verdeeld in drie groepen: hij die begunstigd wordt, hij die de toorn op zich heeft en hij die dwalende is.
‘Degenen die de toorn op zich hebben‘ zijn mensen van kennis zonder daden. ‘De dwalenden‘ zijn mensen van aanbidding zonder kennis. Ondanks dat de Joden en Christenen de oorzaak van deze openbaring zijn, is het vers op iedereen die aan deze beschrijving voldoet van toepassing. De derde is degene die kennis en daden combineert. Hij is degene die begunstigd wordt.
En van de profijten die het bevat:
- het zich vrijwaren van het vermogen en de kracht omdat men begunstigd wordt*.
- Het bevat ook het kennen van Allaah Zijn volmaaktheid en het ontkennen van elke tekortkoming die aan Hem ﷻ wordt toegeschreven,
- en het bevat ook: de kennis van de mens over Zijn Heer en het kennen van zichzelf, want voorwaar als er een Heer is, dan is een beheerste noodzakelijk, en als er een barmhartige is dan is een gebarmhartigde noodzakelijk, en als er een heerser is dan is een onderdanige noodzakelijk, en als er een aanbidder is dan is een aanbedene noodzakelijk, en als er een leider is dan is een geleide noodzakelijk, en als er een begunstiger is dan is een begunstigde noodzakelijk, en als er toorn rust op iemand dan is een toornige noodzakelijk, en als er een dwalende is dan is iemand die doet dwalen noodzakelijk.
Deze soerah bevat dus tawheed al-uluuhiyah en ar-rubuubiyah, het ontkennen van onvolmaaktheden van Allah ﷻ, en het bevat kennis van de aanbidding en zijn pilaren. En Allah weet het beste.
* Shaykh Saalih al-Fawzaan zegt in zijn uitleg van dit boekje: “omdat dit (de begunstiging) de fadl van Allaah is. Het komt niet door jouw eigen vermogen en kracht. Jouw succes in het opdoen van kennis en jouw succes in het handelen hiernaar is afkomstig van Allaah.
Door Shaykhul Islaam Muhammed ibn ‘AbdelWahhaab
Bron: ad-durar as-saniyyah (13/73)