Wat bindend is voor de nieuwe moslim om te doen en te verlaten

Uitspraken

In naam van Allaah, de Barmhartige, de Genadevolle [begin ik en zoek ik toevlucht].

Waarlijk alle lof is aan Allaah. Moge de salaah (prijzingen) en de salaam (vrede) op hem, zijn familie en al zijn metgezellen zijn. Vervolgens:

Allaah heeft de schepping geschapen om Hem [alléén] te aanbidden, Allaah ‎ﷻ zegt:

وَمَا خَلَقْتُ الْجِنَّ وَالْإِنسَ إِلَّا لِيَعْبُدُونِ

‘En ik heb de djinn en de mensheid niet geschapen behalve om Mij te aanbidden.’ 51: 56

En Allaah moet alleen aanbeden worden zoals Hij gelegaliseerd heeft en Hij heeft Zijn boodschappers gezonden om aan de mensen te verduidelijken wat Hij gelegaliseerd heeft aan Zijn dienaren omdat het aanbidden van Allaah met iets anders dan wat Hij gelegaliseerd heeft ongefundeerd is. En Hij liet een einde komen aan de boodschappers met Zijn boodschapper Mohammed ‎ﷺ en Hij heeft de mensheid bevolen om hem te volgen. Allah ‎ﷻ heeft gezegd:

قُلْ يَا أَيُّهَا النَّاسُ إِنِّي رَسُولُ اللَّهِ إِلَيْكُمْ جَمِيعًا

‘Zeg (Oh Mohammed): Oh mensheid, ik ben de Boodschapper van Allaah voor jullie allemaal.’ 7:158

Wie daarom niet gelooft in Mohammed ‎ﷺ, hij is dan een ongelovige. En de religie van Mohammed ‎ﷺ is de Islaam en Allaah zal nooit een andere religie accepteren. Allaah ‎ﷻ zei:

وَمَن يَبْتَغِ غَيْرَ الْإِسْلَامِ دِينًا فَلَن يُقْبَلَ مِنْهُ وَهُوَ فِي الْآخِرَةِ مِنَ الْخَاسِرِينَ

‘En wie een andere religie dan de Islaam zoekt, het zal niet van hem geaccepteerd worden en in het hiernamaals zal hij tot de verliezers behoren.’ 3:85

En de Islaam waarmee Mohammed ‎ﷺ kwam heeft vijf pilaren:

  • De getuigenis dat niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allaah en dat Mohammed de Boodschapper van Allaah is.
  • Het onderhouden van het gebed.
  • Het betalen van de zakaat (armenbelasting).
  • Het vasten van de maand Ramadaan .
  • Hajj (bedevaart) naar het Heilige Huis van Allaah naar iemands mogelijkheid.

Wat een individu die de Islaam wil binnentreden moet doen is:

Hij moet de twee geloofsgetuigenissen uitspreken en hij moet de pilaren van de Islaam op de volgende manier uiten:

  1. Hij zegt: ‘Ash-hado allaa ilaaha illallaah wa ash-hado anna Mohammadan rasoolollaah.’ (Ik getuig dat niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allaah en ik getuig dat Mohammed de Boodschapper van Allaah is.) Hij spreekt dit openlijk uit.
  2. Hij moet de vijf gebeden bidden, al-fajr (het ochtendgebed), ad-dhohr (het middaggebed), het ‘asr gebed (het namiddag gebed), al-maghreb (het avondgebed) en al-ishaa (het nachtgebed) gedurende de dag en nacht, heel zijn leven lang. Het fajr gebed bestaat uit twee eenheden, het dhohr gebed vier eenheden, het asr gebed vier eenheden, het maghreb gebed drie eenheden en het ishaa gebed vier eenheden. En men mag niet bidden voordat hij zichzelf gereinigd heeft (de woedhoe verricht heeft). Dit gebeurt door heel het gezicht te wassen en de handen vanaf de vingertoppen en de armen tot en met de ellebogen, het vegen over het hoofd en het wassen van de voeten tot en met de enkels met rein water.
  3. Als hij rijkdom bezit, meer dan wat hij zelf nodig heeft, dan moet hij 2.5% hiervan als zakaat (armenbelasting) aan de behoeftigen en armen eens per jaar uit geven. Als zijn rijkdom niet meer is dan hij zelf nodig heeft dan is er geen zakaat verplicht voor hem.
  4. Hij moet de maand van Ramadan vasten, dit is de 9e maand van de hidjri kalender. Het is voor hem alleen toegestaan om te eten, drinken en seksuele omgang met zijn echtgenote te hebben tijdens de nacht. (Hij moet het eten, drinken en seksuele omgang met zijn echtgenote laten vanaf het eerste ochtendlicht tot aan zonsondergang.)
  5. Als hij de financiële en fysieke mogelijkheid heeft dan moet hij één keer in zijn leven de Hadj verrichten naar het huis van Allaah. En als hij de financiële mogelijkheid wel heeft maar niet de fysieke mogelijkheid vanwege een chronische ziekte of ouderdom dan moet hij iemand toevertrouwen om eenmaal de Hadj voor hem te verrichten.
  6. Wat er overblijft aan daden van gehoorzaamheid is een vervolmaking van deze pilaren.

Wat noodzakelijk is voor de moslim om te verlaten:

  1. Hij moet shirk in alle vormen verlaten en dit is het aanbidden van anderen naast Allaah en hiertoe behoort het verrichten van smeekbedes (doe’a) aan de doden, het offeren aan hen en beloften afleggen bij hen.
  2. Hij moet de bida’ (innovaties in de religie) verlaten, en dit zijn daden van aanbidding die niet gelegaliseerd zijn door de boodschapper van Allaah Mohammed ‎ﷺ vanwege de uitspraak van de profeet ‎ﷺ: Wie een daad verricht die niet door ons is bevolen, het wordt van hem verworpen.’ Dit wil zeggen dat het niet geaccepteerd wordt.
  3. Hij dient de rente, het gokken, omkopingen, het liegen in omgangszaken en het verkopen van verboden producten en goederen te verlaten.
  4. Hij moet ziena (buitenechtelijke geslachtsgemeenschap) verlaten. Dit is gemeenschap hebben met iemand anders dan zijn wettelijke echtgenote. En hij moet homoseksualiteit verlaten.
  5. Hij moet de consumptie van alcohol, het eten van zwijn en wat geofferd is aan een ander dan Allaah en het eten van karkassen verlaten.
  6. Hij moet het huwen van ongelovige vrouwen die niet tot de mensen van het Boek (d.w.z. joden en christenen) behoren verlaten.
  7. Hij moet scheiden van zijn ongelovige vrouw die niet tot de mensen van het boek behoort, behalve als de ongelovige vrouw samen met hem of tijdens haar ‘iddah* de Islaam accepteert.
  8. Als een besnijdenis niet schadelijk is voor hem dan dient hij zich te laten besnijden door een islamitische arts.
  9. Als hij de mogelijkheid heeft om van de landen van de ongelovigen naar een islamitisch land te verhuizen dan zou hij dit moeten doen. Als hij hier niet toe in staat is dan kan hij in zijn land blijven en vasthouden aan zijn religie.

Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan, lid van het comité van grote geleerden 19/03/1433H

Bronhttp://www.alfawzan.af.org.sa/node/13814

*‘Iddah is de voorgeschreven periode na het overlijden van de echtgenoot of een scheiding waarin de vrouw niet met een ander mag huwen.